REIS NAAR MAROKKO 

Elke deelnemer heeft de heenweg op eigen gelegenheid afgelegd.

Emile en Erie hebben gekozen voor de warmere oost route via de Middenlandse zee in drie weken. Andre en Mieke vonden 8500 kilometer rijden nog niet voldoende  en hebben een eigen route via Portugal gevolgd. Bert en Ineke en Gerrit en Raldi hebben gekozen voor de NKC route via de Pyreneeen waar ze beneden veel regen en boven heel veel sneeuw zijn tegengekomen. Midden Spanje was koud met een harde wind. Donderdag 14 februari kwamen alle deelnemers bijna tegelijk aan op de met zon overgoten camping Rio Jara te Tarifa in zuid Spanje. Vrijdag 15 februari voegde Siebe en Stien zich bij de groep. De ontvangst was hart verwarmend en het happy hour liep al snel uit tot in het donker. De volgende dag hebben Andre en Emile de route naar de boot verkend en gelijk geboekt voor de overtocht van zondag. s Avonds werd besloten de overtocht een dag te vervroegen naar zaterdag. Na een gezellig etentje gingen we vroeg naar bed om de volgende dag de boot van 11.00 naar Tanger te nemen.

DE OVERTOCHT 

De inscheping verliep rustig. De overtocht duurde ca 45 minuten met een kalme zee.

De afhandeling bij de douane was spannend omdat de groep ca 150 liter wijn plus bier heeft verscheept. Iedereen was opgelucht toen de poorten van de douane open gingen. Daarna wachtte de chaotische stad Tanger. De cultuurschok viel mee en de 5 campers wrongen zich uiteindelijk met gemak en zonder schade door het drukke verkeer. Ondanks een uitgebreide en duidelijke routebeschrijving hebben 4 koppels de afslag naar de camping gemist en sloten Bert en Ineke zich uiteindelijk 3 uren later op de camping bij de rest aan. Andre en Siebe hebben de grotten bezocht terwijl de anderen het Marokkaanse leven hebben ondergaan. 's Avonds na een wederom gezellige happy hour zocht ieder zijn/haar mandje.

Opstellen voor de boot in Tarifa. Gespannen afwachten of de opgegeven maten wel in orde zijn. De inscheping verliep rustig en zonder problemen.

Daarna snel naar het loket van de Marokkaanse douane om de witte formulieren in te vullen. Later volgen nog blauwe, gele en witte formulieren.

Adieu Europa, nu op weg naar Afrika. Gespannen wordt uitgekeken naar de inklaring in Marokko waarover de meest wilde verhalen rondgaan. Achteraf verliep alles goed.

MAROKKO

Grotte d'Hercule zijn grotten waar de zee met veel geweld naar binnen dendert. Mooi is het leven rondom de grotten, de vele taxi's en de kleine winkeltjes en restaurantjes. Het pleintje naar de zee met de rotsen naar beneden waar de bevolking tientallen terrassen hebben aangelegd. Ondanks de toeristische attractie kun je hier voor slechts een paar euro een heerlijk visje eten. 

De volgende dag gaat de reis verder naar Moullay Bousselham en als tussenstop het wonderschone ommuurde kustplaatsje Asilah. Door de smalle straatjes gaat het vervoer met paard en wagen. De witte smalle straatjes met veel blauw zijn mooi. De campers staan geparkeerd met bewaking want onderweg is er nu al een matje een bandenplak set en een fietspompje van de auto's gestolen. We geven voorlopig de schuld aan de grote stad Tanger.

Moulay Bousselham is een havenstadje aan een grote lagune welke bekend staat om de flamingo's die daar moeten voorkomen. Met twee gehuurde bootjes willen wij de flamingo's wel eens bekijken. Behalve veel zeemeeuwen een enkele stern en een witte reiger hebben wij alleen maar veel werk gehad om de bootjes op de ondieptes vooruit te krijgen. De bootjes liepen vast op de ondieptes en hadden  de Marokkaanse vissers veel werk om ons weer naar diepere gedeeltes te drukken.

Wij rijden nu slechts twee dagen rond maar hebben al zoveel indrukken opgedaan dat het lijkt alsof we hier al weken zijn. Morgen vertrekken we verder naar Moulay Idriss, een bedevaarts oord. Onderweg bezoeken wij de ruinestad Volubilis.

Asilah is een oud, schoon ommuurd vestingsstadje. Buiten de muren is er veel handel en smerig.

Overzicht van de lagune waar de vissersbootjes toeristen strikken om flamingo's te spotten. Op de achtergrond onze camping.

Prachtige witte steegjes met veel blauw, bloemen en planten. Stien en Siebe hebben hier een schilderij gekocht.

Met twee bootjes het avontuur tegemoet. Verrekijkers bij de hand. Het tochtje verliep heel anders. Erie dacht dat de Titanic voor de tweede keer zou vergaan.

Smalle straatjes waar paard en wagen goed het werk kan doen. Ezels en paard en wagen is hier nog steeds een normaal vervoermiddel.

Onderweg liepen de bootjes vast op de ondieptes. De passagiers weigerden uit te stappen. Een Marokkaan drukt het bootje naar dieper water

De weg naar Volubilis loopt over smalle binnenwegen. Een mooie gelegenheid om de dorpen en mensen te leren kennen. In de grotere steden is het openbare vervoer per paard en wagen. Op het ,,busstation'' staan de paarden en wagens in gelid. Het industrie terrein is een mannen gebied waar ze van 3 oude auto's met gemak weer een rijdende taxi maken. Lasmachines en een flex, daar worden deze mannen mee geboren en van een cola blikje maken ze een zuigerveer. Ook de apotheek ziet er iets anders uit dan bij ons in Nederland.

Volubilis is een Romeinse ruinestad. Met hulp van een gids zijn deze ruines meer gaan betekenen maar helaas in de stromende regen. Volubilis staat bekend om zijn mooie mozaieken vloeren waarvan de motieven terugkeren in de huidige Berbertapijten. De bezichtiging van het ,,herenhuis'' zorgde voor veel hilariteit.

De nacht is doorgebracht op camping Belle Vue die niet eenvoudig was te vinden. Steeds weer keren op de smalle wegen en we zijn elkaar drie tegen gekomen. Uiteindelijk werd besloten naar een andere camping te gaan welke achteraf ook de juiste bleek te zijn. Woensdag brengen we een bezoek aan Meknes.

Volubilis hebben we bezocht in de stromende regen

De bus naar het centrum van Souk El Arba Rharb. Op het ,,busstation'' staan ze in rijen te wachten.

Op de industrie terreinen lassen de mannen alles aan elkaar. Jonge jongens liggen overal onder de auto's. Wat een afval.

Woensdag 20 februari om 10.00 uur verzamelen om met de bus naar de koningstad Meknes te reizen. De overvolle bus zette behoorlijk de vaart erin op de smalle bergwegen. In Meknes eerst even bijkomen met een kop koffie op een terras en daarna proberen de weg te vinden. Wij bezoeken eerst de moskee My Ismail. Schoenen uit en dan naar binnen. Andre was blij dat zijn dure stappers er nog stonden toen we moskee verlieten. Met twee koetsjes hebben we de stad verder bezocht oa Monsoer en de paardenstallen. Hier moeten vroeger 12.000 paarden zijn onder gebracht. Ook de graanhallen zijn bezocht. De akoustiek was zo mooi dat Erie en Ineke spontaan begonnen te zingen. Ineke maakte grote indruk met haar ervaring uit een balkankoor. Helaas is de video mislukt. Per koets verder langs het paleis van de koning en we werden gedropt bij het veel te dure restaurant Salma. Aldoende leert men. Daarna ging ieder zijn eigen weg door de medina, de soukh en het museum Dar Jamoi. Om 17.00 stroomde het Place Ladhim vol met allerlei kunstenaars met slangen, spelletjes en voordrachten om maar een paar centen te verdienen.Na hereniging is de groep gaan eten in het fantastische restaurant Riad, weggestopt in de soukh van de medina, in het enige overgebleven huis na de aardbeving van 1755. Na het eten van de overheerlijke tajine zijn we met twee grand taxi's terug gereden. Alle alarm lampjes gaven aan dat helemaal niets meer werkte. Gelukkig konden de raampjes open om enkele ledematen buiten de taxi te hangen. Bert en Emile samen voorin. Na het schakelen in de zesde versnelling moest Bert even controleren of hij nog een jongetje was. Heelhuids zijn we aangekomen op de camping. Het dorpje boven is een belangrijk islamitisch bedevaart oord. Kippen, schapen en geiten staan in alle winkeltjes tekoop tussen de melk en waspoeder om bij de heilige muur te worden gezegend en geslacht. Allerlei kruiden en heilig water maar ook pakken melk worden over de muur uitgestrooid. Een oude man zegende alle offers en stak vervolgens het geofferde geld in zijn grote puntmuts. Een foto maken was onmogelijk. Achter de heilige muur ontdekken we een pleintje. In het midden op de grond een bakje met houtskool. Wij dachten aan een bbq maar de vrouwen liepen met opgetrokken rokken over het bakje om de rook onder de rokken op te vangen. De bedoeling hiervan hebben we niet kunnen uitvinden. Tijdens de borrel zijn na drie flessen wijn diverse opties besproken maar vallen buiten dit blog.

Donderdag is een rustdag. Het regent nog steeds. De was wordt niet droog. 's Middags hebben de mannen de heilige stad Moulay Idriss bezocht. Aanvankelijk zouden we met de bus te gaan, maar er stopte een volle taxi. Alle passagiers werden eruit gezet om de vijf heren in te laden. Waarschijnlijk betalen we iets teveel. Donderdag vertrekken we naar Mohamedina van waaruit we Casablanca en Rabat gaan bezoeken. Het wordt tijd dat de zon eens gaat schijnen. 

Vrijdag 22 febr, de groep reist naar Mohammedia. Eerst een Marjane zoeken om de nodige inkopen te doen. De Marjane is de AH van Marokko waar ook alcohol kan worden gekocht. Marokkanen verlaten de alcohol afdeling via een aparte uitgang. Westerlingen kunnen soms gewoon bij de kassa afrekenen. Het is vaak wel mogelijk om in een restaurant je eigen wijn mee te nemen of verstop de fles in een tas onder tafel en vul een extra bijgezet glas. Wij rijden binnendoor en bezoeken een markt. Een oude man brengt ons bij de brood afdeling. Het brood ligt gewoon op de grond. Door de modder bracht onze gids ons bij een betere bakker die de broden op een tafel had uitgestald maar de bakker haalde voor de toerist het meest verse brood uit zijn oude auto. De oude gids kreeg 5 dirham en at bijna de modder van de grond. Onderweg hebben we nog 5 scholieren meegenomen. Vier prachtige meiden en een jongen. De verbazing en het gegiechel was prachtig om mee te maken. Vooral de Tom Tom oogste bewondering. De weg gaat over smalle en steile bergwegen. Het laatste stel hebben we uiteindelijk ruim 20 kilometer verder uitgeladen met een Chocotoff. Zullen ze dit elke dag lopen? Vrolijk werden we uitgezwaaid. We hebben grote bewondering voor de vaders en moeders die in deze modder en stof de kinderen zo schoon en netjes naar school krijgen. De camping is wederom eenvoudig. Tegen extra betaling kan een betere douche worden genomen in een huis bij de camping. Later blijkt dat de boiler wel werkt maar ze steken het op verzoek aan. Hopelijk ontploft dat ding niet en een schoon passend gordijn voor de douche zou ook welkom zijn. Het weer was overdag goed maar de aankomst fris en koud. De borrel was er niet minder om. Morgen met de trein naar Rabat en zondag naar Casablanca.

Zaterdag vinden we Ineke niet vrolijk bij de camper. Ze loopt al dagen te slepen met natte was. Bij elk streepje zon hangt ze de hele handel weer buiten en drie minuten later gaat alles weer naar binnen.

We vetrekken met een bus naar het station. Elke 20 minuten vetrekt er een trein naar Rabat maar dat werd uiteindelijk toch een uur wachten. De treinen zijn goed maar vol. In Rabat ging ieder zijn weg naar de bekende bezienswaardigheden zoals de Hasan-2 toren, het mausoleum, de soukh en de kasbah in de oude medina. Wij voelen ons steeds veiliger. De mensen zijn aardig, vriendelijk en behulpzaam. In de kleinste steegjes van de kasbah spelen kinderen, zoals overal, verstoppertje en plagen de oude blinde man waar je een cigaret per stuk kunt kopen. Terug naar het station in een petit taxi, die goedkoper is dan de bus of tram. De terugreis verliep snel en een politie agent regelde voor ons twee grand taxi's. We worden steeds behendiger om ons in de overvolle taxi's te wringen. Tijdens het rijden gooit de chauffeur een fles water over zijn voorruit en haalt er een spons overheen. Het zicht was nog minder. Stien was niet bij de borrel na zo'n dag slenteren. We missen dan wel haar anekdotes en spreuken. Siebe steunt haar geweldig. Dat is leuk om te zien. Morgen naar Casablanca. 

Kippen, schapen en geiten staan tussen alle andere koopwaar. Hier worden mandjes verkocht met kruiden en waters voor de heilige muur. De dieren worden geofferd.

Een markt onderweg. Er stond veel wind en de arme mensen hadden de grootste moeite om hun tenten overeind te houden. Eettentjes met bbq verspreiden rook en stank.

Rue Souk es-Rabat is overdekt met vlechtwerk van biezen. Er is een wirwar van winkeltjes met leer, stoffen juweliers en allerhande waren.

Zondag, 24 febr vertrekt de groep per trein naar Casablanca. We bezoeken eerst de moskee Hasan-2, het op één na grootste religieuze bouwwerk ter wereld. Er is plaats voor 20.000 mannen en 5.000 vrouwen, strikt gescheiden. Het is niet mogelijk de moskee tussen de middag te bezoeken ivb met het middaggebed. Wij hebben afgesproken om 14.00 uur. Bij de vrouwen ingang mogen mannen niet verder dan de eerste traptree komen. Een Marokkaan vroeg ons of wij de moskee wilden bezoeken en hij wist een ingang om toch binnen te komen. Besloten werd om mee te gaan. Tot onze grote verbazing opende hij met een bos sleutels een deur van de vrouwen afdeling en werden wij incl de 4 mannen (Stien en Siebe ontbraken) door de vrouwenafdeling gelootst naar de moskee. Een moskee van marmer en ceder hout.Een prachtig plafond van bewerkt ceder welke ook open kan tijdens speciale diensten. Immens groot en prachtig stucwerk. Wat een verschil met de buitenwereld. Stiekum werd de groep weer door de vrouwenafdeling gelootst nadat we eerst achter gesloten deuren met de ,,gids'' hadden afgerekend. Hij vroeg eerst te veel geld. Wij hebben hem 400 dirham gegeven. Siebe en Stien hebben later met een echte gids de moskee bezocht.

De medina was weer druk en we kwamen terecht in het meest donkere deel waar we werden gewaarschuwd goed op onze spullen te letten. Geschrokken zijn we direct omgekeerd en hebben meer ruimte gezocht. In een luxe koffiehuis vonden we wifi. We konden nu met Viber gratis naar huis bellen. 's Avonds was de borrel weer erg gezellig tot ver in het donker onder de luifel met een paar kaarsjes. De (schuine) moppen komen behoorlijk los. We rollen moe in bed.

Maandag, de reis gaat 150 km zuidelijker naar El Jadida. Eerst naar de Marjane om in te slaan voor de gezamenlijke bbq. Daarna gaat ieder zijn eigen weg. Erie en Emile gaan nog familie bezoeken in Casablanca. De tolwegen zijn prima en de N (rode( wegen goed te berijden. De gele en witte wegen zijn matig tot slecht en smal. Overal lopen mensen, paard en wagens en ezels langs de weg en veel vrouwen en soms kinderen met één of een paar koeien om te grazen. Zelfs op de tolweg in de middenberm zijn ze waargenomen. Iedereen steekt over, je snapt niet waar de mensen vandaan komen en heen gaan. De tolwegen zijn goedkoop en de diesel 75 cent per liter. Alles staat ook in het frans aangegeven. We vinden goed de weg. De TomTom doet goed zijn werk behalve het laatste traject naar de camping heeft niemand kunnen vinden. Morgen hebben we een rustdag in onze vakantie.

De rustdag wordt benut om de was te doen in een wasserette maar ook bij een Marokkaanse vrouw op de camping. Het sanitair is dramatisch. Behalve Emile heeft iedereen een warme douche aan boord. We moeten wel zuinig zijn met gas. Over drie dagen komen we in een stad waar een gasfabriek nederlandse flessen kan vullen. Erie en Emile douchen zich elders voor 5 dirham. Ze wachten 10 minuten op warm water en dan komen er vier straaltjes uit die alle kanten op spuiten behalve de goede. Vorige week vond Andre op een camping een douche  met een indrukwekkende mooie douchekop. Vol goede moed sprong hij er onder, sluit het armzalige smerige veel te kleine gordijn en draait de knop open. Dan springt de slang van de kraan.

Het is een mooie dag om naar de stad te fietsen. De meesten vinden de vissershaven. Voor een enkele euro kun je daar heerlijk vis eten. Een tajine vlees kost niet meer dan drie euro. Tot nu toe heeft niemand last van zijn darmen gehad. Op de camping biedt een visserman twee grote levende kreeften aan die hij 's avonds gekookt komt brengen. Het beest werd bestookt met een waterpomptang. Ieder smult van het vele vlees. Erie heeft voor allemaal een heerlijke bonensoep gekookt.

Tot nu toe zijn we verstoken gebleven van ongelukken. Alleen Mieke krijgt uit haar waterkoker heet water over haar voet. Ze loopt er een paar dagen mee rond maar is in El Jadida toch even naar de kliniek geweest. Ze krijgt een zalf en over twee dagen is alles weer ok. 's Nachts had ze pijn. s'Morgens vliegt er een pak koffie door de camper. We hebben Mieke even alleen gelaten. Raldi loopt nog steeds met gips om haar pols. Over drie dagen mag het gips er af.

Een inkijk in de moskee. Alles is van marmer en gesneden ceder hout. De grote deuren zijn van titanium.

Vissersbootjes in El Jadida. Op de markt is prima vis te koop. In een stalletje eten we voor een paar euro gegrilde sardines.

Op de vismarkt van de medina wachten de mannen met hun karretjes op een vrachtje. Visafval ligt overal. Het ruikt er niet fris.

Ook deze dames komen hun eten halen. Je ziet ze overal. De vis verkopers houden ze goed in de gaten want ze zijn hun vis zo kwijt.

Het donkere gedeelte van de medina van Casablanca. We werden gewaarschuwd hier goed op te letten. Op de voorgrond een waterverkoper.

's Avonds brengt een visserman twee grote kreeften. Iedereen pikt een vorkje mee. De visvorkjes zijn we vergeten een waterpomptang brengt uitkomst.

Woensdag, vertrekken we naar Safi ca 160 km zuidelijker. We kiezen de kustweg. De weg is slecht, we laveren tussen de kuilen en bij de afbrokkelende zijkanten onstaan diepe gaten. De natuur is prachtig. Mooie lange zandstranden afgewisseld met hoge rotsen. Het is mooi weer. De ramen gaan open en de airco gaat aan. Het landschap wordt minder groen en meer steenachtig ook de dorpen veranderen. Er steken twee ezels langzaam over. De beesten kunnen niet sneller, alle poten zijn met een touw vastgebonden. Een ezel struikelt in een greppel. We willen niet kijken en geven gas. Langs de weg staat een klein kereltje op zijn ezel en schreeuwt om een foto. Veel kinderen bieden schelpen aan. In een paar dorpen doen we onnodige boodschappen. Qualidia is een rijk stadje. Hiervandaan komen de oesters. Onderweg in de lagunes zagen we al de oestervelden en ook de grote zoutbasins met bergen zout. Enkelen gaan oesters eten. Op de parkeerplaats zwermen de mannen op oude brommers, met een kistje vis achterop, om ons heen. Langs de weg lopen ezels zwaar beladen met water en gras. Een ventje, niet ouder dan 10 jaar, rijdt zijn ezel als een opgevoerde bromfiets. Wat een mooi trots ventje.

De camping in Safi ziet er goed uit. Het is er druk met campers. We genieten eerst van de zon. Zowel bij de dames als bij de heren is er één douche. Eerst de sleutel vragen, dan zet de bewaker de boiler aan. Er lopen prachtige pauwen rond. 's Avonds is het fris. Na een gezellige borrel zoekt ieder de warmte. De electrische kachel van Gerrit gaat stuk. Donderdag weer een vrije dag. Safi is bekend om zijn sardines en pottebakkerijen in de wijk Bab Shaaba. Geweldig te zien hoe de klei wordt gekneed en bewerkt. De mannen verdienen hier 50 dirham (minder dan 5 euro) per dag voor dit zware werk. Boven het plein met veel keramiek, staan de oude huizen met de ovens. Hier is nog veel klein huisvlijt. We bezoeken de oude medina met veel Portugese geschiedenis.

Vrijdag vertrekken we naar Ouanara. 's Morgens vroeg eerst even brood halen voor de groep. Buiten staat een paard te eten uit een kliko. Bij een winkelte koopt een man drie cigaretten. De aansteker hangt met een touwtje aan het plafond. Een oude vrouw voelt aan de broden en is niet tevreden. Wij kopen 5 baquettes. Bij de Marjane is de alcohol afdeling gesloten. Onderweg veel schaapskuddes. De lammeren dartelen weleens de weg op. Het landschap is prachtig. Vooral buiten de steden en dorpen  zijn de landerijen en olijfgaarden strak aangelegd en goed onderhouden. Wij bezoeken een markt. Het stadje is een ongeorganiseerde wanorde. Een overweldigende drukte van hoofdzakelijk mannen in hun lange, donkere kleding. Wij lopen vrij rond en voelen ons, ook de dames, niet onveilig. Onderweg krijgt Siebe een bekeuring voor te hard rijden. Gerrit krijgt het aan de stok met een agent voor links parkeren in een dorpje waar helemaal niemand zich aan de regels houdt. We worden al vrijer. Er passeert ons een vrachtauto met boven op het dak nog vier koeien. Vrachtauto's zijn zo hoog en zwaar beladen dat je bang bent dat ze omvallen.

Er is onderweg heel veel politie controle met de modernste laserguns. Op een route van ca 140 km zijn we wel 10 controles tegengekomen. De spijkermatten maken indruk. Wanneer iemand dreigt door te rijden dan trekt een agent aan de andere kant van de weg met een touwtje de mat over de weg. We worden nooit aangehouden. De politie maakt wel indruk maar zijn zeker vriendelijk en vermoedelijk niet corrupt. Wij hebben de indruk dat ze ons op de chaotische rotondes vaak ongemerkt helpen met een eenvoudige handbeweging.

Wij hebben in Ounara een goede camping gevonden met goede douches. Hiervandaan gaan we zaterdag Essaouira bezoeken. Met een ,,grand'' taxi reis je buiten de stad met max. 6 personen en met een ,,petit'' taxi in de stad met max 3 personen. Behalve het aantal personen houdt iedereen zich aan de regels. De politie houdt toezicht. Onderweg mag iedereen instappen. Zijn het een paar gezette dames dan heb je dikke pech. Het ruikt soms onaangenaam. Het is ook mogelijk om ,,seul'' te rijden. De chaffeur vraagt dan of je alleen wilt rijden maar je betaalt dan wel voor 6 personen. Met twee taxi's rijden we naar Essaouira. Onderweg stappen passagiers in. De afstand is 25 km en kost 10 dirham per pp. Je wordt gebracht naar de centrale taxi standplaats. Essaouira is een mooie vissershaven zonder industrie. We lopen wat rond en eten een visje. De terug weg nemen we de lokale bus. Voor vertrek moeten eerst alle bedelaars, snoepverkopers en predikers de bus verlaten. Er zijn geen vertrektijden. Een jongen met een kooi vol duiven zoekt nog een zitplaats. Overbezet, luidruchtig, traag en met veel rook trekt de bus tegen de berghelling. Binnen is het een kakafonie van geluiden in overheersend donkere kleding. Aan de andere kant van de berg gaat de bus sneller naar beneden. Stoppen doet de bus na een paar harde klappen tegen de deur. Gesluierde vrouwen stappen uit en lopen via een zandpad het bos in. Geen idee waar naar toe. Er is in de verste vette niets te bekennen. 's Avonds eten we brochette langs de kant van de weg. Ze smaken heerlijk. We zien alleen maar mannen. Erie krijgt twee botsplinters van kip, in haar keel. Ze gaat naar het ziekenhuis van Marrakech. Over twee dagen komen we daar weer samen.

Zondag blijven we in Ouanara. De mannen gaan op de fiets naar een weekmarkt in een dorpje. De indrukken van de traditionele markt en de beelden zijn niet te beschrijven. De foto's spreken voor zich. De dames maken een high tea met gebak van de markt. Het gebak is zoet maar smaakt prima. 's Avonds spelen de mannen jeu de boule. Het begint te regenen tot de volgende morgen.

Maandag vertrekt de groep naar Marrakech ca 200 km oostelijker via de N route. Veel regen en een stormachtige zijwind. Het landschap is weinig groen en de huizen veranderen. We zien nu meer lemen huizen achter lange muren. De camping was niet eenvoudig te vinden maar we zijn uiteindelijk allemaal aangekomen. De regen heeft ook hier zijn werk gedaan. We ontmoeten Erie en Emile. Erie heeft veel last van haar keel. Morgen gaan we met een busje van de camping naar Marrakech.

Dinsdagmorgen. Het heeft de hele nacht geregend en 's morgens een waterig zonnetje. Het weer blijft de komende dagen nog onstabiel. Gerrit gaat gas halen bij de gasfabriek. Het vullen werd professioneel en snel afgehandeld. Kosten 13 dirham per liter gas. Erie is weer in het ziekenhuis vanwege een infectie in haar keel. Waarschijnlijk vervuilde materialen gebruikt. We besluiten 's middags naar Marakech te gaan omdat het Place El-Fra 's middags begint te leven. De camping heeft vaste afspraken met taxi's. De taxi rijdt veel te hard door het chaotische verkeer en duikt in het kleinste gaatje. Het plein stroomt vol met kunstenaars en grappenmakers die leven van het geld voor foto's. De vele apen, slangen en andere dieren wekken tegenzin bij de europeanen en worden door ons genegeerd. Er komen veel bedelaars en schoenenpoetsers langs en de vele koetsjes zoeken werk. Het plein is erg toeristisch. We vinden elkaar terug op een dakterras waarvandaan we een mooi uitzicht over het plein hebben. We zoeken twee taxi's voor de terugweg. Dit geeft het nodige gedoe. Niemand neemt ons mee voor de camping prijs. Uiteindelijk zijn we daar, na veel gemopper, uitgekomen. Bij de camping proberen de chaffeurs wederom de prijs te verhogen. De gezellige borrel bij Stien en Siebe in de camper liep uit. Erie ligt nog in het ziekenhuis. Woensdag vertrekken we naar de camperplek in de medina van Marrakech. Het zal wat worden om daar te komen zonder schade. Voor een paar dirham bewaken een paar mannen met een grote hond, onze campers. 

's Avonds eten we in een tradtioneel restaurant. De sfeer is fantastisch. Daarna bezoeken we weer het plein vol toeteraars, trommelaars, cd verkopers en winkeltjes, duizenden mensen en lawaaierig verkeer, paarden en ezels. Dit alles overgoten met de rook en walm van honderden bbq's van de vele eettentjes. Marrakech is niet Marokko. Marokko is veel mooier. In de verte zien we de bergen  met  sneeuw. We verlangen naar rust en de mooie natuur. Donderdag vertrekken we naar Alt-Benhaddou. Er wacht ons een fikse tocht.

Donderdagmorgen, Erie is uit het ziekenhuis en sluit zich weer aan bij de groep. Ze klinkt opgewekt. Ze heeft een goede tijd gehad en is prima verzorgd. Een Europeaan wordt wel voorgetrokken. 

Vrijdagmorgen, Ineke wordt gewekt met zang en getoeter. Slingers hangen aan de camper. Na de koffie bezoeken we het bekende lemendorp Ait Benhaddou. Dit 15e eeuwse dorp is geheel gerestaureerd en geeft een heel bijzondere indruk hoe de bevolking hier eeuwen geleden hebben geleefd. Behalve Erie en Stien, klimmen we helemaal naar de top en overzien daar het landschap. De voor ons liggende woestijn heeft heel veel kleur. Duidelijk is de vruchtbare strook langs de rivier te zien door het dorre landschap. We bezoeken in het dorp de oude kasbah, waar veel families hebben gewoond. Tot de dag van vandaag worden nog veel van dit soort kasbah's bewoond. Te voet waden we door de rivier terug en genieten van de zon. Vanavond drinken we een borrel en hebben Bert en Ineke ons uitgenodigd om in het restaurant van de camping te eten met een Marokkaanse muziekgroep. We eten een overheerlijke pastia met gemalen vlees, vijgen en dadels in een deeg en een Marokkaanse taart  met daarop de gelukwensen voor Ineke. De muziekgroep stuwde het hele gezelschap plus andere campinggasten op en de Marokkanse vrouw met de grote trom werd al snel omgedoopt tot ram-madame. Dodelijk vermoeid stappen we in bed. Morgen wacht een drukke dag.

Zaterdag, de groep is vroeg uit de veren. Even brood halen en nog genieten van de bergen bij de zonsopgang. Vervolgens de auto's reisklaar maken. Bert zakt in de grond weg. Met man en macht drukken we de wagen uit het zand. Een Brit blesseert zich daarbij heel lelijk. De rit naar Zaragosa is 200 km zuid. De eerste 100 kilometer gaan door dor steenachtig berggebied. Het hoogst bereikte punt ligt op 1650 meter. Zoals altijd is er buiten de steden en dorpen weinig verkeer. Het gebied is onbewoond. De natuur is prachtig, de zon schijnt volop maar 100 kilometer is wel erg lang. De weg is bochtig en er zijn weinig mogelijkheden om uit te stappen. Daarna rijden we het gebied van de rivier de Dra binnen. Het water zorgt voor één lange groene long van palmbomen en gras, onderbroken door dorpen met nog heel oude lemen kasbah's. We rijden door dit prachtige groene gebied, soms langs de rand met rechts de Sahara en links alleen maar hoge palmbomen. De weg is heel matig en de auto's worden op proef gesteld. Helaas is er veel te weinig tijd om te stoppen. In Zagora treffen we een mooi onderhouden camping in deze oase aan. De entree bevindt zich helemaal achterin de camping. Elke camper of groep wringt zich tussen de bomen door om vervolgens weer terug te rijden tegen de stroom in naar de aangewezen plek. We staan onder hoge palmbomen maar zijn hier zeker niet alleen. De camping is groot en staat vol met campers. Vooral fransen, duitsers en nederlanders. Voor al deze kampeerders zijn er twee douches en twee verstopte toiletten, De groep is moe en ieder slaat de borrel over en duikt al snel de camper in. Twee honderd kilometer over deze wegen en door dit gebied is teveel. Wij besluiten om niet verder te reizen naar Mhamid gezien de nog slechtere weg en kans op een zandstorm. Na zo'n zandstorm ben je de eerst komende twee dagen zoet om de camper te ontdoen van zand.