De mooie camping in Agdz.
De mooie camping in Agdz.
Mooi bewerkte plafonds geeft het stand verschil aan.
Mooi bewerkte plafonds geeft het stand verschil aan.
Bij de slager hangt de kop van een geit buiten.
Bij de slager hangt de kop van een geit buiten.
Veel wind en stof.
Veel wind en stof.
Zelfs de muren van het kasteel zijn van piepschuim.
Zelfs de muren van het kasteel zijn van piepschuim.

Zondag gaat ieder zijn eigen weg. Heel bekend is de weekmarkt van Zagora. Wij hebben deze markten nu al meer gezien maar deze markt is groot. Tientallen schoenlappers zitten op de grond onder een armoedig zeiltje, de zolen van de vele slippers te verstellen. Er worden theepotten gesoldeerd met bouten die worden verwarmd in een vuurtje. Een ezel loopt zich vast met zijn zware rugzakken tussen een paar kramen. Mensen lopen met geiten onder hun armen en een ezel is met touwen aan zijn poten vast gebonden. Op de imperiaal van een oude peugeot worden twee levende geiten gebonden. Met hun poten en hoorns liggen ze plat vastgebonden met daarover heen een net. We worden er misselijk van en zijn snel doorgelopen. Hiervan een foto maken zou erg onsmakelijk zijn. Foto's nemen is in dit berber gebied sowieso niet mogelijk of het moet stiekum gebeuren. We eten een brochette met brood in een tent onder zeil met een walmende bbq. Het broodje smaakt prima en beter dan op het dure terras aan de boulevard. 's Middags pakt een deel de fiets om de omgeving te verkennen. Siebe en Gerrit dagen twee Fransen uit voor een partij jeu de boule. Het werd één tegen één. De borrel is weer lang en gezellig onder mooie palmen en een heldere sterren hemel.

Maandag, we vertrekken naar Agdz. Siebe en Gerrit gaan nog eerst naar Tamegroute om een oude bibliotheek te bekijken en nog zuidelijker, naar zandduinen. Een gids biedt zich aan en samen rijden we veertig kilometer zuidelijker. De auto's konden niet verder en we zijn te voet het palmbomen bos ingelopen en kwamen in een lemendorp welke volledig is bewoond. De voettocht is langer dan beloofd. Stien kreeg moeite met het lopen. Een ezel bracht voor Stien en Raldi de oplossing. Een jongen uit het dorp heeft op de auto's gepast voor een paar dirhams. Iedereen helpt elkaar zo aan een klein inkomen. Enkele jongens uit het dorp zijn mee terug gereden om naar school te gaan. De groep heeft enkele oude kashbah's, opgetrokken uit leem, bezocht. Veel oude kasbah's worden nog bewoond maar er is ook veel verval en worden nieuw en moderner opgetrokken. Deze leefgemeenschappen leven in een burcht en een doolhof van kleine zeer nauwe straatjes en grotere en kleinere huisjes soms met een gemeenschappelijke keuken. Ook was hier verschil van stand hetgeen te zien is aan de kleine en mooier ingerichte en grotere appartementen. Momenteel wonen in de oude ,,lemen'' kasbah's vooral veel oudere mensen, maar we hebben ook kleine kinderen zien spelen. Siebe en Gerrit konden de camping niet vinden en raakten verstrikt in een palmenbos. Gelukkig zonder schade en heel voorzichtig zijn ze er uit gekomen en na veel moeite de wederom mooie camping van Agdz gevonden. De andere  heren zaten ondertussen al uren aan een koel biertje, ongerust te wachten. Toch is er nog tijd en vocht gevonden om de hereniging te vieren. 

Dinsdag, de groep vertrekt naar Skoula. Dezelfde weg terug door de bergen via Quarzazate, waar we de film studio's hebben bezocht. Hier zijn veel beroemde films als Cleopatra en Ben Hur, opgenomen. In het museum konden we diverse attributen gebruiken uit de vele films. De dames hebben op de troon gezeten van Cleopatra met haar kroon en de heren verkleedt als slaaf beloven haar eeuwige trouw. Verderop in de woestijn staat een enorm kasteel, geheel van piepschuim. Alles hier is nep. In Quarzazate is nog een redelijk recente kashba bekeken, welke eigendom is van een rijke familie die hier vroeger woonde met alle bedienden. Duidelijk is te zien het verschil in rang en stand. Een woongedeelte van de familie met een rijk, uit hout uitgesneden plafond en kleine kamertjes voor de bedienden. Daarna doorgereden naar Skoula waar we een woestijn camping aantroffen, geheel ommuurd en weinig bomen, water uit een waterput. Er staat een harde wind met veel stof en zoeken beschutting tegen de muur. We vinden wifi bij een verderop gelegen kashba. We lopen door een droge rivier met veel stenen en rood geverfde rotsblokken wijzen de juiste weg. De wind trok steeds verder aan en de kashba geeft een prima bescherming tegen het zand en stof. Binnen is een prachtige hof met een weldaad van planten en bloemen en comfort met marokkaanse tapijten. Een kop thee wordt aangeboden. Na het gebruik van de wifi weer terug naar de camping. Buiten de muren bleek de ijzig koude wind aangewakkerd tot een storm en het zand stoof door de rivier bedding. De rode rotsblokken deden nu goed hun werk en wezen ons de weg terug naar de camping. Een oude man in zijn lange habijt en een lange broek(en) keek naar ons in ons korte broeken en polo shirts met korte mouwen en schudde zijn wijze hoofd. We waren beland in een echte zandstorm. In de warme campers waren de vrouwen niet echt vrolijk. Het zand was niet mee buiten te houden. Tijdens een gezellige borrel in de camper van Siebe werden luidruchtig nederlandse liedjes gezongen. Vooral Ineke blijkt een goede zangeres te zijn met veel kennis van tekst. 's Nachts viel de wind soms weg maar kwam weer luid fluitend terug en overspoelde ons met een laag zand. De muur van de camping zorgde wel voor een beetje beschutting. De volgende morgen viel de wind iets terug en besluiten we een excursie te maken door het gebied en de beroemde kasbah. De gids geeft ons een prima inzicht in het leven van de 17e en 18e eeuw in deze kasbah. Daarna zijn we de oase verder in gegaan en trok de wind weer wat aan. Na de excursie vertrekt de groep naar Boumalne Dades. De weg loopt door de woestijn met veel oases langs de rivier de Dades. Heel bijzonder is het gevoel door een stadje met zijn vele palmen, te rijden om daarna weer in de overweldigende grote woeste vlakte te rijden. De camping is een kleine ommuurde kashba van de weg af. De camping ligt tegenover de bekende kloof George de Dades welke wij donderdag willen gaan rijden. 's Nachts is de wind gaan liggen. Voorlopig is er genoeg werk om het zand uit de campers te krijgen. We zullen een jaar later nog zand in alle hoeken en gaten vinden.

De beroemde kashba Amerhidil bij Skoura. Naast de oude 16e eeuw kashba staat de nieuwe waar huidige familie woont. Op de voorgrond de rode stenen om de weg te wijzen tijdens een zandstorm.

De ezel met zijn voorpoten vastgebonden wacht geduldig op de baas.

Een oase in de zandvlakte

Eén van de vele eettentjes met walmende bbq waar je prima een brochette kunt eten.

Vééél kilometers over rechte wegen door dor en droog zand en steen.

Markt van Zagora met al zijn geuren en kleuren.

Donderdag rijden Andre, Mieke Bert en Ineke samen met Emile en en Erie in de VW naar de kloof George de Dades. Siebe, Stien, Gerrit en Raldi rijden in hun eigen auto. De kloof is ongveer 30 kilometer lang. De route biedt prachtige vergezichten en veel spectaculaire stijgingen, grote bijzondere rots partijen en nauwe doorgangen. De weg is hier en daar bloeddruk verhogend smal en steil. We zien vrouwen in een beek de was doen. We stoppen vaak onderweg om te genieten van de mooie natuur. We vinden een restaurant op een prachtige plek in de zon, onder mooi groen en eten een lekkere galia. Het leven is hier mooi. De steile afdalingen en nauwe doorgangen geven geen problemen maar we hebben wel geluk geen zwaar verkeer tegen te komen.

Vrijdag, we breken op en rijden naar Tinejdad door de woeste vlakte. Er zijn minder oase's en minder palmen maar tussen het enkele groen is er opvalled mooi groen gras waar de bewoners erg zuinig op zijn. Onderweg treffen we elkaar op een terras. Gerrit vindt nog een adres om wijn in te slaan. Een jongentje wijst hem de weg naar een kelder onder een restaurant waar achter gesloten deuren mannen, notabene op vrijdag, langs de muren zitten en bier drinken. Onderweg slaan we af en rijden de kloof George du Todra binnen. Ook hier weer mooie natuur en vergezichten. De weg is slecht en smal. De vele palmen komen vanuit het dal en tonen hun groene bladeren boven het wegdek. Achterin de kloof hoog oplopende rots formaties met een beek. De afspraak om elkaar bij een berber museum te ontmoeten was onduidelijk. Een deel van de groep heeft lang moeten wachten bij het museum midden in de woestijn. Met een spelletje jeu de boule is de tijd overwonnen. Uiteindelijk voegen Siebe en Stien zich bij de groep en samen rijden we naar camping Tamaris in Goulmina. Eindelijk weer een redelijke camping en een wasmachine. Hier kunnen we helemaal bijkomen. Morgen is Raldi jarig. Tijdens een gezellig palaver wordt Raldi getroffen door een lichte tia maar herstelt snel. De groep is erg geschrokken en biedt alle mogelijke hulp aan.

Zaterdag is een rustdag. De camping is goed en er is een waterig zonnetje. Gerrit en Raldi worden wakker met een versierde camper ondanks de schrik van de vorige dag. Tijdens de koffie en nederlands, eigen gebakken, cake wordt de jarige verrast met een mooie amphora kruik en een certficaat van echtheid, welke kunstig is gemaakt door Erie. De arabische blijken later te zijn overgetekend van een kalender uit de kantine. De hilariteit is groot. Daarna gaat ieder zijn eigen weg en Raldi neemt veel rust. De vrouwen zijn druk met de was en er is tijd om de auto's schoon te maken en diverse klussen uit te voeren. De mannen nemen de fiets en staan plots voor een indrukwekkende diepe kloof. Tijdens een spelletje jeu de boule mblijkt Bert te beschikken over professionele kwaliteiten. 's Avonds geeft Raldi een etentje in de kantine. Er is zelfs wijn en het eten is van westerse kwaliteit. 

Zondag gaat de reis naar Merzouga, naar de ecxhte zandduinen. Na beraad besluiten ook Gerrit en Raldi de reis voort te zetten. De hele groep is opgelucht en stemt ermee in. De weg is slecht. Verkeersborden waarschuwen voor overstekende kamelen en vorming van zandduinen. Er stuift veel zand over de weg. We stoppen bij een Berber tent om een droge onderaardse rivier met de daarbij behorende waterputten te bekijken. We drinken thee in de tent. Het doet een beetje Volendams aan. In diverse dorpen doen we wat inkopen op de markt. Kinderen en ouderen bedelen, zoals overal, veel om kleding en schoenen. Vooral om de kinderen is het bedelen naar snoep en pennen een spelletje geworden, maar minder noodzzak. Naar Erfoud rijden we door een palm oase maar de bomen zien er hier slechter uit. Voor het tourisme worden veel zeer luxe hotels en andere zaken gebouwd. Erg jammer van de mooie natuur. Het normale Marokkaanse leven gaat gelukkig wel door. We zien in Marokko geen snelle jongens in dure auto's zoals bijvoorbeeld in Roemenie waar de quatro's je om de oren vliegen. De ezels en paarden verzetten hier nog veel werk. Ook lopen de mensen hele afstanden. Een vrouw loopt door het palmbos met een bak wasgoed los op haar hoofd, Richting Merzougha wordt de omgeving soms net zo grauw en grijs als het asfalt. Er is veel wind en er stuift veel zand over de weg. In de verte zien we goudgele zandduinen. We zien enkele afslagen de woestenij in, waar naar toe??? We komen bij de afslag voor de camping en schrikken van de weg, deze loopt kilometers door het woeste gebied en is heel slecht. We rijden heel langzaam en het zicht wordt stteds minder door het stuifzand. Er waait een stevige wind. In de verte, door het zand we een palmbos met enkelke kashba's. Onze camping ligt in de oase. We worden begroet door een groep kamelen. De camping is mooi, binnen smaakvol Marokkaans en daarachter een heerlijk en goed zwembad. De muren beschutten ons tegen wind en zand maar ondertussen kunnen we campers voor de tweede keer uitsoppen, maar raken er aan gewend. Wij komen tot rust op de ligbedden langs het zwembad. De kashba ligt op de rand van de grote zandduinen in een oase. De wind gaat liggen en het wordt aarde donker. De sterrenhemel is mooi en de borrel heel gezellig bij waxine lichtjes. Er is nog voldoende wijn maar de snoeperij raakt op. Een Marjane is nog ver weg en de winkeltjes verkopen geen lekkere dingen voor bij de borrel. Morgen gaan we met een 4x4 door de duinen neer een Berber kamp. De grens van Algerij ligt op ca 40 km. We begrijpen dat de twee volken elkaar niet zo vriendelijk vinden.

Maandag staan er twee terreinwagens klaar. Zonder Erie en Mieke vertrekt de groep voor een tocht door de woestijn, langs vele bijzonderheden en zandduinen. De tocht is indrukwekkend en bijna niet te beschrijven. We zien bij een meertje flamingo's. We bezoeken een erg eenvoudige loodmijn waar de nedelrlandse arbo en gezondheidsdienst nog een flinke klus aan zou hebben. Wij vinden ammonieten, fossielen van schildpadden en een wervel van een dier. We rijden door de zandduinen en verstuivingen. Bij een Berber familie eten we een Berber pizza. Deze mensen leven zo eenvoudig. De kinderen hebben geen of weinig onderwijs. Bij een dorp zijn tuinen met een irrigatie systeem. Hier verbouwen 35 families hun eten en voer voor de beesten, tussen de palmbomen. Dit moet de hof van Eden zijn. Beter is het niet te beschrijven. Moe maar voldaan worden we door de auto's afgezet bij de camping en ieder zoekt de rust. Beroemd is de zonsondergang in de zandheuvels. Met z'n allen lopen we door de zandduinen en zoeken een mooie plek om het ondergaan van de zon te bekijken. Siebe zoekt een stil plekje op een andere duin voor zichzelf. de voettocht door het zand is erg zwaar. Stien is bij de camper gebleven. De zon was versluierd en het schouwspel viel een beetje tegen, maar de wijn smaakte heerlijk. De wandeling terug is mooi en gezellig. 's Avonds eten we gezamenlijk in het sfeervolle Marokkaanse restaurant. De couscous en de galia zijn wederom overheerlijk. Wie vertelde aan het begin van de reis op tre zien tegen het Marokkaanse eten????? Dat is heel onterecht gebleken. Ook heeft nog niemand last van zijn darmen gehad. Met z'n allen besluiten we de volgende dag te vertrekken. de reis gaat nu langzaam richting het noorden. de lange ritten worden ingekort om meer tijd te nemen om te stoppen en vroeger op de campings aan te komen.

Zowel Georges des Dades en Georges des Todra zijn smalle kloven doorsneden door een riviertje en een strook groene palmbomen.

Camping in Mazourgha. Zoeken naar water. de jongens dalen heel veel meters diep in de smalle schacht.

De kloof is smal en hoog. Soms rij je door het water van de rivier.

Een kerkhof. Heel eenvoudige graven.

Hoog oprijzende rotsen en mooi groene palmen.

Loodmijn in de woestijn. de jongens dalen bijna onbeschermd diep af in de mijn.

Waterput boven de onderaardse rivier welke nu droog is.
Afdaling in de onderaardse rivier.
Afdaling in de onderaardse rivier.
Ondergaande zon over de zandduinen geeft mooie schaduwen.
Een eenzame palm in de zandvlakte met doortrekkende kamelen.
Onze gids drinkt ons water. Wat prachtige kop.

Bovenop een duin met een fles wijn kijken naar de zonsondergang.

Kamelen door de zandduinen.

Hulp op de camping. Niet in een korte broek en t-shirt maar ingepakt tegen het zon, wind en zand.

Een oase tussen de palmen mooi groen gras voor de beesten.

Een oase tussen de palmen mooi groen gras voor de beesten.

Dinsdag op de camping worden nog enkele kruiken gekocht. Daarna  nemen we de weg terug richting het noorden ca 140 km naar merski. Ondertussen is het passen en meten om alle gekochte en gevonden herinneringen te vervoeren. We rijden wederom door een brede kloof langs een rivier met een lang lint van groene palm, amandel en vijgebomen. Even voor Merski een flinke stijging en we rijden boven de kloof en zien beneden een pracht van groen. Aan de rand liggen van het groen liggen de huizen en daarachter de vruchtbare grond voor eigen gebruik. De camping ligt beneden in het dal. Na een steile afdaling komen we op de camping met veel palmen en een grote waterbron. Dit gebied is vroeger veel gebruikt door het vreemdelingen legioen. Het dorpje is heel eenvoudig. We blijven hier twee nachten. De bron wordt gebruikt om te zwemmen. Er loopt veel lokale bevolking over de camping. het sanitair is weer echt Marokkaans. Woensdag blijven we op de camping en maken een wandeling door de oase op zoek naar waterbronnen. We zien nu hoe de bevolking op hund stukje land tussen de bomen, aan het werk zijn. Er is een labirint van kanaaltjes. Elke familie mag een paar uur per dag water naar hun stukje land laten stromen. Vrouwen doen de was in het schone water. Ezels met ladingen hout en bladeren lopen af en aan. Het is mooi om te zien hoe voorzichtig de bevolking omgaat met de natuur want het is hun voedsel en kunnen zo hier overleven. Een deel van de groep besluit een klimtocht te ondernemen naar een ruine aan de overkant van de rivier. Een omgevallen boom brengt uitkomst om de rivier over te steken. De ruine is een oude kazerne van het legioen. De appelplaats is gemakkelijk te vinden. Wat moet het hier heet zijn geweest en hoe zwaar is het leven hier geweest? Op de camping neemt iedereen rust of speelt een partij jeu de boule. 's Avonds is er een gemeenschappelijke en gezellige bbq. Berber personeel van de camping maakt muziek. het wordt een lange en gezellige avond.

Woensdag, vertrek verder noordwaarts. We doen een poging in het dorp brood te kopen. Er is geen bakker en slechts oud brood. Op het dorpsplein stappen 21 kinderen met hun rugtassen in een schoolbusje voor maximaal 9 personen. De bus rijdt weg. Even schudden op de hobbelige weg en dan pas kan het portier dicht. Ieder vertrekt op eigen gelegenheid en rijdt door een woest gebied hierdaar doorsneden door een oase. De thermometer wijst 31 graden. We stijgen naar 1900 meter met mooi fris weer. Wederom een prachtige rit. Onderweg kopen we een heerlijke brochette. Drie spiesen met brood en een tomaten salade kost 25 dirham pp. Het is mogelijk hier voordelig vakantie te houden. Zelfs tanken is een feest voor 75 cent per liter.

De weg naar Azrou is wederom erg mooi door de bergen. Onderweg wordt veel gebedeldom ,,tricot''. Stoppen is bijna onmogelijk. Vrouwen en kinderen zijn hier erg brutaal. Een vrouw heeft bij enkele van onze campers een kindje voor de auto de weg opgedrukt om ons tot stoppen te dwingen. Stoppen is niet mogelijk want ze hangen gelijk aan de buitenspiegels en laten niet meer los. Het kind is behendig en springt net op tijd opzij. Erie heeft veel kleding weg gegeven. Vermoedelijk gebruiken de mensen de kleding niet zelf maar verhandelen deze op de markt. Zo komen ze ook aan geld hetgeen wel nodig is  gezien de tenten met pastic waarin ze wonen. We rijden op een hoogte van 220 meter. Onderweg hebben enkelen sneeuwballen gegooid met sneeuw van de laatste restjes. De omgeving is mooi. Wij zien hier veel wandelroutes.Ook komen hier apen voor maar helaas lopen ze veel bij de parkeerplaatsen omdat de mensen de beesten voeren. We vinden in Azrou, een wintersport plaats, de meest luxe camping tot nu toe. Het weer is niet goed en heel koud. Met drie lagen truien en handschoenen toch nog een gezellige borrel buiten gehouden.

Omdat het weer te noorden van het Atlas gebergte erg slecht is rijden we zaterdag door naar Fez. Deels door dikke mist in de bergen. Vervolgens gaat de weg omlaag. Tussen Ifrane en Fez lijkt de omgeving veel op Zwitserland. Het is schoon en groen. We stoppen onderweg bij een schooltje die net uitgaat. Een zwerm van kinderen vraagt om een ,,stilo''. We zien tientallen kinderhandjes vragend boven het raam uitkomen. Enkele weken geleden gaf Andre in de bus naar Bousselham een jongen een balpen. Hij deed zijn schooltas open en haalde daar 6 stuks uit, maar was wel zichtbaar blij met zijn nieuwe BIC pen. Bij Fez vinden we al snel een Marjane. Dit is net op tijd want de voorraden slinken snel. Er wordt flink ingeslagen. Op de P van de Marjane staan meer campers. Er zijn ca 15 van deze winkels in Marokko en de P worden gebruikt om camperaars te ontmoeten en om informatie uit te wisselen. Wij hoorden dat onze camping in Fez onderwater staat. Andre en Gerrit worden vooruit gestuurd om te onderzoeken of er nog plaats is. Ze vinden op een hoger gelegen deel van de camping een droog stuk waar we met z'n allen wel kunnen staan desnoods met zwembandjes om. Iedereen vindt een droge plek en 's avonds een gezellige borrel met tien man in de camper. Zachtjes tikt de regen op het vensterraam, wordt uit volle borst gezongen. Wat een leuk stel vrolijke mensen.

Van Zaterdag op Zondag heeft het de hele nacht geregend. De camping is één grote blubber bende. Er is geen brood op de camping. Emile en Gerrit haen met een taxi ergens brood vandaan. De groep vertrekt met de bus naar het centrum. Bert heeft een touristen treintje ontdekt en we rijden daarmee door Fez. Een striemende regen gaat over ons heen afgewisseld met een matig zonnetje. Op een terras smaakt de koffie vreselijk smerig. Waarschijnlijk koffie met geitenmelk. Ieder gaat zijn weg naar en door de medina. In het donkere gedeelte is het een doolhof van steegjes en winkeltjes met allerlei handel. Hoe komen de mensen hier toch aan hun inkomen? Kinderen eten erg veel snoep. Een deel van de groep bezoekt een museum en een de anderen de leerlooierijen. De stad bestaat uit twee belangrijke wijken, gescheiden door de Wadi Fez een rivier.     

Een boer haalt brandhout voor de winter.
Een boer haalt brandhout voor de winter.
Vrouwen werken hard mee.
Vrouwen werken hard mee.
Siebe verkleedt als Marokkaan.
Siebe verkleedt als Marokkaan.
De laatste restjes sneeuw in de bergen.
De laatste restjes sneeuw in de bergen.
Rivier met het mooie groen erom heen.
Rivier met het mooie groen erom heen.

Maandag, we blijven een extra dag in Fez. Het is mooi zonnig weer geworden. De leerlooierijen zullen nogmaals worden bezocht. Waarschijnlijk wordt het een dure dag met al die leerwinkels. De bus is een goedkoop vervoer. Voor 10 personen zijn de kosten 35 dirham. De kaart verkoper moet 10x 3,5 dirham uitrekenen op een stuk papier en teruggeven van 100 wordt uitgerekend op een oude telefoon. Er lopen ook nog twee controleurs in de bus. Alle kaartjes worden weer ingenomen en naar buiten gegooid door een open raam en spuugt er ook nog achteraan. Bij het busstation gaan we verder met 4 petit taxi's. Een petit taxi neemt niet meer dan drie personen mee. Bij de looierijen gaat ieder zijn weg. Gidsen zwermen als vliegen om je heen en geven overal uitleg over de industrie nadat ze je door hun winkel naar achter hebben gelootst en al hun koopwaar hebben aangeboden. Boven de winkels zijn goede terrassen waar je de looierijen goed kunt bekijken. De stank valt ons wel mee maar dat zal met warmer weer in de zomer wel anders zijn. Alle afvalstoffen zoals kalk en ammoniak wordt in de rivier geloost. Er wordt veel duivenmest gebruikt. De gids zegt lachend dat ze in Rabat erg blij zijn met deze vervuiling. Verderop zien we een vrouw twee flessen vullen met water uit de rivier. Er wordt tijd genomen om de zeer oude Andalusische medina te bezoeken. Wij komen terecht op een zolder met een aantal weefgetouwen en bij koperslagers waar alles nog met de hand wordt geslagen. De werkplaatsen zijn vaak niet groter dan enkele vierkante meters. Wat een geweldige vakmensen. Na zes weken staan we nog steeds versteld van de eenvoud en rommel en het vaak eentonige werk. Maar ook vinden wij midden in de medina een prachtig restaurant. Schitterende tegels met mooi blauwe motieven en weer die mooie potten en kruiken met planten en de Marokkaanse tapijten. Het restaurant is ruim en gezellig en het eten is prima. Wat een groot verschil met de honderden restaurantjes in de stegen waar nauwelijks vijf man kan zitten en waar de bbq staat te roken. Toch zijn de mensen daar ook vrolijk en het is vaak heel gezellig met prima eten. Het is eenvoudig om met de mensen in contact te komen. Iedereen is nieuwsgierig. Er zijn in totaal drie leren jasjes gekocht. De schade valt dus wel mee. Dinsdag vertrekken we naar Chefchouan, de blauwe stad maar ook de stad van de drugs. Wij zien in Marokko geen echt groot probleem met drugs en alcohol, maar misschien herkennen we het niet tussen alle armoede. Alcohol is hier moeilijk te verkrijgen. Mannen op parkeerplaatsen vragen er wel regelmatig om, maar ze krijgen het bijna nooit. Marokko investeert wel heel goed in scholen. Overal zien we nieuwe school gebouwen en het is er altijd druk. Er is hier wel een schoolplicht maar dat wordt niet gecontroleerd. We zijn kinderen tegen gekomen die niet kunnen lezen en schrijven. Wel hebben ze vaak een beetje Engels, Duits geleerd van de touristen en daar verdienen ze wat geld mee. Het zijn wel de meest brutale kinderen en vragen altijd om meer geld.

Dinsdag, het is mooi weer. De rit naar Chefchouan is 230 kilometer. De laatste boodschappen bij de Marjane worden ingeslagen. De route is afwisselend door heuvels en bergen, over hoogvlaktes en door een kloof langs een rivier. De omgeving is mooi groen en er is veel landbouw. De weg is bar slecht. Bijna 230 kilometer laveren tussen kuilen en gaten. Even opzij kijken kan genadeloos worden afgestraft door een duik in een knipgat. Siebe neemt een verkeerde route en komt in een erg armoedig gebied. Chefchouan ligt in een kom tussen de bergen. Vanuit het zuiden ligt de blauwe stad te blinken in de zon. Onderweg vragen naar de camping maakt ons duidelijk dat we nog een flinke klim voor de boeg hebben. We dalen af naar de stad en vinden de camping. We kijken omhoog en schrikken van de steilte en de scherpe bochten. Nu maar hopoen dat er in deze drukke stad en nauwe straatjes ons geen verkeer tegenkomt. Alle moed bij elkaar pakken en gas geven, in de eerste versnelling omhoog. In de weg zitten grote gaten een deel is zelfs volledig verzakt. De camping ligt hoog en geeft een mooi uitzicht over de stad. 's Avonds begint het te regenen tot woensdag middag. We gaan met taxi's naar beneden. de oude medina is heel bijzonder. Prachtige straatjes met wit en blauwe huizen en veel winkeltjes geven mooie doorkijkjes. Aan het eind van de middag vinden we elkaar op een pleintje. De laatste inkopen worden gedaan. Bert scoort een mooie oude deur. Aan het eind van de middag komt het besef dat we afscheid moeten gaan nemen van Marokko. Donderdag vertrekken we naar Tanger om in te schepen naar Europa. Op de camping worden de laatste papieren voor de overtocht opgezocht en nagekeken. De zes weken zijn omgevlogen. De sfeer in de groep is buitengewoon goed verlopen. De talrijke borrel avonden waren heel gezellig. Het weer is in zijn geheel genomen een beetje tegen gevallen. Het land is erg mooi en de bevolkng is fantastisch.

Donderdagmorgen, het weer is wisselvallig. We rijden vroeg weg om de boot van 14.00 uur te halen. De weg is wederom slecht en vol met gaten. In een onoverzichtelijke bocht heeft elke camper zeker één gat te pakken gehad, want er was geen onwijken mogelijk. Van de 110 kilometer gaat er tachtig kilometer omlaag de berg af. We verbruiken misschien één liter brandstof maar wel vier remschoenen en schokbrekers. Dit is de hoofdweg naar Tanger. De laatste twintig kilometer is een vierbaansweg. We stoppen voor een kudde schapen die weg oversteekt. De herder heeft een zak met stenen bij zich en gooit het meest lastige beest een steen naar zijn kop. De kudde loopt snel over de banen. Nog even wachten op een oude vrouw die minder hard kan lopen dan de schapen. De karavaan met vijf campers wringt zich behendig een weg door Tanger. Om de brandstof tank nog vol te maken steken we een drukke rotonde over. Wij banen ons brutaal door de veel, heel veel lawaai makende auto's. De claxon is hier nog het meest gebruikte deel van de auto. Na het tanken weer dezelfde rotonde op dezelfde manier. Vermoedelijk is dit ook de beste manier om in Amsterdam van noord naar zuid te rijden, want we wringen ons met groot gemak door het chaotische verkeer naar de haven. Het uitklaren verloopt snel en zonder hulp van opdringerige Marokkanen. Bij het eerste loket werkte de computer niet. Door naar het tweede loket. Een beambte met en indrukwekkende hoeveelheid stempels werkte alles snel af. Vervolgens naar het laatste loket om de auto uit te klaren. Ook hier weer een batterij aan stempels. Het verloopt soepel en met een lach. Daarna de auto's controleren. Weer een stoet ambtenaren, nu uitgerust met grote schroevendraaiers beklopten ze de campers. Mieke vroeg vriendelijk of ze een beetje voorzichtig willen zijn met haar interieur. Een douaneman beweerde dat er nog een derde persoon in de camper was. Na onze ontkenning bedoelde hij zichzelf. Wij lachen....als een boer met kiespijn want het zijn grote macho's. Zonder problemen mogen we doorrijden en zijn ruim op tijd voor de boot. De overtocht loopt voorspoedig. De klok wordt een uur vooruit gezet en wij laden uit om 16.30 uur in Spanje. Hier handelt de douane alles snel en professioneel af. Wij treffen elkaar weer op camping Rio Jara. 's Avonds eten we gezamenlijk in een restaurant. Gerrit wordt bedankt voor zijn werk aan het blog en krijgt als dank een paar Marokkaanse punt sloffen met alle namen van de deelnemers erop. Erie leest een sms voor van een vriendig die het blog erg heeft gewaardeerd. Vervolgens wordt Bert in het zonnetje gezet. Emiel heeft een toespraak voorbereid en alle verhalen en anekdotes vliegen over de tafel. Het is erg gezellig en de wijn smaakt goed. Bert wordt door iedereen bedankt en omdat hij het vuur uit zijn sloffen heeft gelopen krijgt ook Bert een paar puntsloffen met onze namen. De namen van Erie, Ineke, Mieke, Raldi en Stien o[ de rechter slof en van Andre, Bert, Emiel, Gerrit en Siebe op de linker slof. Raldi heeft een afscheids lied voor Bert gemaakt. deze wordt uit volle borst gezongen gevolgd door enkele andere smartlappen. Vervolgens vertelde iedereen zijn hoogtepunt van de reis. Stien maakt indruk met haar verhaal door te verklaren onder indruk te zijn van de saamhorigheid van de hele groep. Er is heel veel gelachen en iedereen stond klaar voor elkaar. Vrolijk zoeken wij de weg terug naar de campers. De reis is voorbij maar ik wil niet eerder afsluiten dan mijn spijt betuigen aan de oude souvenier verkoper bij Volubilis. Hij vroeg mij of ik even wilde wachten omdat hij om 13.00 uur eerst wilde bidden. Samen hebben we daar gebeden. Hij prevelde gebeden en teksten en knielde diep op zijn kleedje en stond weer op de armen omhoog. Ik heb genoten van al deze rituelen. Ik zat naast hem op mijn ingetogen calvistische manier. Na afloop hield hij mijn hand een minuut lang vast en bedankte mij. Ik heb hem belooft terug te komen voor een souvenier maar dat heb ik niet gedaan.

In Tarifa nemen we afscheid van Siebe en Stien. De rest rijden naar Sevilla om de processie optochten te bezoeken. Daarna gaat ieder zijn weg.

Het lied dat we hebben gezongen voor Bert op de wijs van het Kleine cafe.

We gingen samen op reis

wisten niet was dat wijs

maar we hebben het toch maar gereden

samen lang onderweg

kenden daar heg nog steg

hebben af en toe toch wel geleden

alles was pais en vree

iedereen deed leuk mee

en we hadden veel lol met z'n allen

dus nu eren wij jou en we eindigen nou

nogmaals bedankt en misschien tot gauw.

Bedankt lieve Bertje bedankt voor het mailen

Bedankt lieve Bertje dat we dit mogen delen

Bedankt dat we met jou mee mochten gaan.